Prent met zicht op de havens van Rhodos en Yaffa en vrijetijdsbesteding van Ottomanen, 1759.

Oorsprong

Hoewel vandaag de grootste koffieproducerende landen in Latijns-Amerika en Azië liggen, is de oorsprong van de plant én het koffiedrinken hier niet terug te vinden.

Over het prille begin van koffie vertellen verschillende mythes onwaarschijnlijke verhalen. Feit is dat iedereen die in contact komt met de drank al snel verkocht is. Eenmaal aan zijn opmars begonnen, is de verspreiding van koffie niet te stuiten.

Prent met zicht op de havens van Rhodos en Yaffa en vrijetijdsbesteding van Ottomanen, in: J. A. van Egmont, Travels through Part of Europe, Asia Minor, the Islands of the Archipelago, […], vol. I, Londen, 1759. Collectie Gennadius Library.

"...dieren begonnen te dansen en springen na het eten van de bessen van een struik."

De voorpagina van De Saluberrima Potione Cahue […] van Antonio Fausti Naironi uit 1671. Biblioteca Nazionale Centrale Di Roma.

Dansende geiten

Over hoe of wanneer koffie ontdekt wordt, tasten we in het duister. Pas in 1671 schrijft Antonio Fausto Naironi voor het eerst het oudst gekende volksverhaal rond de ontdekking van koffie neer:

"Sciadli hoedde geiten of kamelen in het Koningrijk van Ayaman [Jemen]. Twee of drie keer per week bleef zijn kudde niet alleen de hele nacht wakker, meer nog, ze sprong opgewonden in het rond. Op zoek naar een oplossing voor deze onverklaarbare zaak stapte Sciadli naar een naburig klooster. Abt Adrus vond het een merkwaardig probleem en besliste om samen de kudde in de gaten te houden. Zo merkten ze op dat de dieren begonnen te dansen en springen na het eten van de bessen van een struik. Nieuwsgierig naar het effect bij mensen, kookte de abt de bessen in water. Na het drinken van dit brouwsel merkte Adrus dat ook hij de hele nacht geen slaap kon vatten.

Koffie was ontdekt en het drankje zorgde ervoor dat Adrus’ kloosterlingen tijdens lange nachten wakker konden blijven om te bidden. Al snel verspreidde dit nieuws zich doorheen het hele koninkrijk en de opmars van de drank was niet meer te stoppen."

in: Antonio Fausti Naironi, De Saluberrima Potione Cahue […], 1671.

Naironi was een Maronitische professor, geboren in Libanon, en lesgever aan de Sapienza-universiteit in Rome.

De voorpagina van De Saluberrima Potione Cahue […] van Antonio Fausti Naironi uit 1671. Biblioteca Nazionale Centrale Di Roma.

Pagina uit 'All About Coffee' door William Harrison Ukers, 1922. Internet Archive.

De mythe van Kaldi?

Een bekende variant op dit verhaal is de mythe van Kaldi, die pas voor het eerst opduikt in het werk 'All about Coffee' van William Harrison Ukers uit 1922. In welgeteld 36 hoofdstukken schrijft Ukers over koffie: van plant tot kopje, van vroegere tijden tot de eigen tijd. Hoofdstuk drie, 'Early History of Coffee Drinking', vertelt het verhaal van Kaldi. Waarom Ukers naar de herder als Kaldi verwijst in plaats van Sciadli is niet geweten.

De immense populariteit van het Amerikaanse boek zorgt er alleszins voor dat de meeste overgeleverde verhalen over Kaldi spreken. De islamitische literatuur past op haar beurt het verhaal van Sciadli zo aan dat de oorsprong van koffie in een islamitisch rijk ligt. Sciadli wordt in die versie sjeik Omar Sadhli. Hij ontdekt koffie tijdens zijn ballingschap in de woestijn.

Pagina uit 'All About Coffee' door William Harrison Ukers, 1922. Internet Archive.

Beschrijving van de afbeelding

Koffie in Arabische geschriften

Hoewel botanisch onderzoek aantoont dat de koffiestruik al eeuwenlang in het wild groeit in de Afrikaanse hooglanden, bestaat er geen hard bewijs dat koffie reeds voor de tiende eeuw wordt gedronken. De geschriften van de Arabische arts Rhazes (852 - 932) vermelden de aard en effecten van een plant genaamd 'bunc': een “heet en droog drankje dat goed voor de maag is”.

De Perzische Avicenna (Ibn Sina) (980 – 1037) lijst in zijn 'Canon van de Geneeskunde' (Al-Qanun fi al-Tibb), een van de bekendste medische boeken allertijden, meer dan 760 medicijnen op. Hij dicht 'bunchus' opvallende eigenschappen toe: “Het versterkt de ledematen, zuivert de huid en droogt vochtigheden onder de huid uit, en geeft een excellente geur aan het gehele lichaam.”

In beide gevallen is het echter niet zeker of ze over koffie schrijven.

Cover van een exemplaar van de Canon van de Geneeskunde door Avicenna, 1595. Collectie Catalaanse Overheid.

Kaart van het toenmalige Abessinië door Vincenzo Maria Coronelli, ca. 1690. Collectie Geographicus Rare Antique Maps.

De bakermat van koffie

De werkelijke bakermat van koffie is het koninkrijk Kaffa, dat omstreeks het einde van de 16de eeuw veroverd wordt door het Ethiopische keizerrijk. Dit is aannemelijk door twee bewijzen:

Ten eerste wijst de etymologie van het woord koffie op deze oorsprong. Koffie, café, Kaffee, coffee,…: in Europa nemen we het woord over van het Turkse kahve, een variant op het Arabische qahwa. Een manuscript van de Egyptische Abd al-Qadir ibn Mohammed uit 1587 stelt dat qahwa van het werkwoord qaha komt. Het betekent "verliezen van appetijt". Dit kan echter niet onderbouwd worden en is louter volkse etymologie. Qahwa is simpelweg een verwijzing naar het rijk Kaffa.

Ten tweede toont botanisch onderzoek aan dat koffieplanten al eeuwen in de streek van Kaffa in het wild voorkomen. Vandaag zijn de gekweekte koffieplanten nog zeer nauw verwant met de wilde koffies uit het hooglandregenwoud in Kaffa.

Kaart van het toenmalige Abessinië door Vincenzo Maria Coronelli, ca. 1690. Collectie Geographicus Rare Antique Maps.